Elektrolyten
- Hypercalciëmie -

Welkom op de pagina met het diagnostisch stappenplan hypercalciëmie!

Stappenplan hypercalciëmie

Stap 1 - ECG-afwijkingen en/of symptomatisch en/of gecorrigeerd calcium > 3.0 mmol/l?

In de eerste stap van de analyse van een patiënt met hypercalciëmie is het belangrijk om enkele vragen door te nemen, namelijk:

1. Zijn ECG-afwijkingen aanwezig? 
Zijn ECG afwijkingen aanwezig die kunnen passen bij hypercalciëmie, zoals het verlenging van het QT-interval. 

2. Is sprake van een symptomatische hypocalciëmie?
Bij hypercalciëmie kunnen klachten ontstaan indien sprake is van een onderliggende ziekte (= bijvoorbeeld maligniteit) of als het calciumgehalte sterk verhoogd is. Klachten door de hypercalciëmie zelf zijn vermoeidheid, depressie, verwardheid, anorexie, misselijkheid, braken, obstipatie en polyurie.

3. Is sprake van een gecorrigeerd calcium < 1.9 mmol/l?
Een calciumgehalte, gecorrigeerd voor het albumine, meer dan 3.0 mmol/l betreft een indicatie voor behandeling​, om ernstige symptomen en/of hartritmestoornissen te voorkomen. 
Om het gecorrigeerde calcium voor albumine te berekenen kan onderstaande calculator gebruikt worden. 

Twee kolommen
Verticaal
Horizontaal
Calculator - Gecorrigeerd calcium voor albumine
Berekening gecorrigeerd calcium voor albumine
Naam Totaal
"{{getWooProductName}}" is toegevoegd aan je winkelwagen
Heb je een promotiecode?
Promocode Verberg Toon

Behandeling
De behandeling is afhankelijk van de aanwezigheid van symptomen én de hoogte van het gecorrigeerde calcium. 

Asymptomatische patiënten
- Gecorrigeerd calcium 2.7 - 3.0 mmol/l = geen behandeling.
- Gecorrigeerd calcium 3.0 - 3.5 mmol/l = ​infuus NaCl 0.9%.
- Gecorrigeerd calcium > 3.5 mmol/l = ​infuus NaCl 0.9% + bisfosfonaat. 

Symptomatische patiënten
- Gecorrigeerd calcium 2.7 - 3.0 mmol/l = infuus NaCl 0.9%.
- Gecorrigeerd calcium 3.0 - 3.5 mmol/l = ​infuus NaCl 0.9% + bisfosfonaat. 
- Gecorrigeerd calcium > 3.5 mmol/l = ​infuus NaCl 0.9% + bisfosfonaat + calcitonine. 

Behandelopties
1. Infuus met NaCl 0.9% van initieel 200-500 ml/uur, welke afgebouwd wordt op basis van een streef urineproductie van 100-150 ml/uur. Bij overvulling lisdiuretica toevoegen.
2. Pamidroninezuur 60-90mg óf zolendroninezuur 4mg. Bij eGFR < 30 ml/min overwegen start denosumab subcutaan à 60mg. 
3. Calcitonine 2dd 4 IE/kg intramusculair of subcutaan, eventueel 4dd 6-8 IE/kg indien onvoldoende effectief. 

Wees alert op...!
In het geval van een beperkte diurese dient bij een gecorrigeerd calcium > 3.5 mmol/l dialyse overwogen te worden. In het geval van een primaire hyperparathyreoïdie of bijschildkliercarcinoom kan 30-120mg cinacalcet gegeven worden. 
Thiaziden en digoxine dienen bij hypercalciëmie vermeden te worden! Men vervolgd de elektrolyten en vochtbalans elke 4 uur. Bij ritmestoornissen wordt monitorbewaking aangeraden. 

Na de start van de behandeling, gaan we de oorzaak analysen in stap 2.

In stap 3 gekeken naar het kreatinine / eGFR, het fosfaatgehalte en de fractionele excretie van calcium. Om de fractionele calciumexcretie te bepalen heb je ook het calcium en kreatinine in de urine nodig. De fractionele calciumexcretie kan met onderstaande calculator berekend worden. 

Aan de hand van deze bepalingen wordt verder onderscheid gemaakt tussen drie verschillende groepen, namelijk:
- ​eGFR < 30 ml/min met een verhoogd fosfaat ​→ Tertiaire hyperparathyreoïdie bij nierinsufficiëntie.
- ​eGFR ≥ 30 ml/min, normaal fosfaat en FE Ca < 1% ​→ Familiaire hypocalciurische hypercalciëmie.
- eGFR ≥ 30 ml/min, verlaagd fosfaat en FE Ca > 1% → Primaire hyperparathyreoïdie.

Twee kolommen
Verticaal
Horizontaal
Calculator - Fractionele calciumexcretie
Berekening - Fractionele calciumexcretie
Naam Totaal
"{{getWooProductName}}" is toegevoegd aan je winkelwagen
Heb je een promotiecode?
Promocode Verberg Toon

1. Richtlijn elektrolytstoornissen van de NIV.
2. Leerboek Harrison's principles of internal medicine.
3. Leerboek Oxford textbook of medicine. 

error: Content is beschermd!